Taxidansen - (Am.-Eng. to taxidance), informeel voor ‘tegen betaling met een partner gaan dansen in een discotheek’. Deze oorspronkelijk Amerikaanse term is afgeleid van het begrip taxi-dance hall, een soort commerciële dancing in grote steden, ontstaan na de Eerste Wereldoorlog. De Amerikaanse auteur Paul G. Cressey schreef met The Taxi-Dance Hall (1932) een studie over de stedelijke dancings. In dergelijke gelegenheden werden enkel mannen toegelaten die een reeks danstickets konden kopen, waardoor ze het recht hadden met een beschikbare partner te dansen. Voor meer lectuur verwijs ik naar het informatieve The City in Slang (1993) van Irving Lewis Allen (blz. 170 t/m 174). → taxidanser.
‘Danseres,’ zei ik, ‘jij bent een danseres...’ ‘Dansen met mannen,’ zei ze. ‘Bij wijze van gezelschap.’ ‘Ik wist niet dat dat bestond.’ ‘Het bestaat. Taxidansen heet het.’ Marcel Möring: Het grote verlangen, 1992