Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Spin-doctor; spindokter

betekenis & definitie

Spin-doctor; spindokter - (Am.-Eng. to spin ‘(de bal) een tollend effect geven’), oudere zegsman of strateeg die door politici wordt aangeworven om tegenover journalisten een gunstige interpretatie van bepaalde feiten te geven. Slang. Meer algemeen ook voor een moderne mediamanager die nieuwsfeiten de wending moet geven die zijn opdrachtgever wenst. De spindokter moet het nieuws manipuleren. In de film Wag the dog uit 1998, waarin het imago van de president op het spel staat, worden deze mediamanagers opgevoerd om soelaas te bieden. In het Engels bestaat de term al sinds ca. 1984.

De kwesties die de ‘spin-dokters’ belangrijk vinden, worden nauwelijks genoemd; of het nu privatisering is of de macht van de vakbonden. Vrij Nederland, 19-04-97

Tegelijk is hij echter een waarborg voor de traditionele aanhang dat Labour nog een ander gezicht heeft dan de eeuwige glimlach van Tony Blair en de clean-shaven gladheid van ‘spin-doctor’ Peter Mandelson. NRC Handelsblad, 25-04-97

Want het zijn niet de spindokters, maar de Britten zélf geweest die vonden dat het welletjes was. De steeds gelijke uitkomsten van de enquêtes voorafgaand aan de verkiezingen bewijzen hun vastberadenheid. de Volkskrant, 07-05-97

Aan de boodschap zelf zou niets mankeren. Wel aan de mensen die geacht worden een gunstige draai, oftewel ‘spin’, aan het regeringsbeleid te geven. De spin doctors die het onverkiesbare oude Labour via gewiekste manipulatie van de media weer aan de macht wisten te brengen, raken nu zelf in opspraak. Elsevier, 01-11-97

Die zeiden dan meestal tegen de andere aanwezigen hoe ‘geweldig’ Hans of Joop toch weer gesproken had. Onbetaalde ‘spin doctors’ verkopen het best. Vrij Nederland, 14-05-98

< >