Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Snoeihard

betekenis & definitie

Snoeihard - erg hard, gezegd van geluid en van beweging. Informeel; vnl. jeugdtaal Volgens een lezer van Onze Taal (juli/augustus 1980) werd het woord al in de jaren veertig gebruikt in West-Nederland. Het kreeg echter pas begin jaren tachtig via de jeugdtaal algemenere bekendheid.

De onvoorspelbaarheid van verschijning en duur van zonneschijn maakt ook, dat er in dit land met vier miljoen auto’s op anderhalf stukje snelweg zo snoeihard wordt gereden. Henri Knap: Kleinigheden, 1982

Zagen we ze met een stapel singles in de weer. Hadden ze de hele Top 40 & Tip-Parade gekocht, draaiden ze snoeihard af, op zoek naar bruikbare sounds. Oor, 14-06-86

Snoeiharde muziek schalt uit de boxen. Vinyl, juli/augustus 1987

De discjockeys draaiden een snoeiharde Latijns-Amerikaanse rap... Joost Zwagerman: Gimmick!, 1989

Recht voor het doel voerde hij een een-tweetje uit met Bergkamp, waarbij hij van zijn bewaker Albert wegsprintte en, wat heel moeilijk is, op volle snelheid de bal gecontroleerd en toch snoeihard in de rechter onderkant van het doel joeg. HP/De Tijd, 12-09-97

De film is heel simpel, maar met lef gemaakt, en snoeihard. Nieuwe Revu, 24-09-97

< >