Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Sneltram

betekenis & definitie

Sneltram - tram die minder haltes aandoet en daardoor sneller is dan een gewone tram. → snelbus.

De aanleg van een sneltramlijn naar Amstelveen hielp hij ‘regelen’... Geert Mak: De engel van Amsterdam, 1992

Het ziet er somber uit voor de uitbreiding van de Utrechtse sneltram. Het ambitieuze plan, dat al vijftien jaar bestaat, hangt sinds de gemeenteraadsverkiezingen van begin maart aan een zijden draadje. Twee jaar geleden leek de sneltram er eindelijk door te komen, na een scherp conflict waarbij twee D66-wethouders sneuvelden. de Volkskrant, 18-03-94

Of het nu gaat over benoemingen, over nieuwe lijnen, over - heel berucht - de beslissing geen metro maar een sneltram op Amstelveen te laten rijden, of over de introductie van de geldverslindende toeristentram; het waren beslissingen die niet zozeer uit vervoers- of bedrijfsmatige motieven werden genomen, maar vanwege puur politieke redenen. HP/De Tijd, 04-04-97

Ook de IJ-oever krijgt over enkele jaren een sneltram, naar de nieuwe woonwijk in het IJmeer. Trouw, 27-06-97

Niet gehinderd door enig stoplicht zoeft de door Siemens gebouwde sneltram naar de slaapkamersteden Beaverton en Hilsboro. Elsevier, 14-03-98

< >