Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Slimbo

betekenis & definitie

Slimbo - gewiekst persoon; gladakker; slimmerd. Vnl. jeugdslang, al opgenomen door Van Dale (1992).

Achter de schermen rekenen de slimbo’s. Kop van artikel in de Volkskrant, 12-09-87

Lijkt het jou ook zo geweldig om een slimbo te zijn? Het moet toch een fantastisch gevoel zijn als je je nooit zorgen hoeft te maken over je rapport. Club, maart 1988

Slimbo. Slimme, intelligente jongen. Neotaal. Hans Auer: Zeg nooit doei, 1995

< >