Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 19-06-2017

Reisplanner

betekenis & definitie

Reisplanner - elektronisch reisboekje, voor auto of trein, dat met de computer kan worden geraadpleegd. → routeplanner.

In totaal bevat de reisplanner 44.000 vertrektijden vanaf 469 stations. Mens & Wetenschap, nr. 2/1992

De computer is natuurlijk een ideaal apparaat om het plannen van een reis te automatiseren. Eerder zagen naast de reisplanner van de NS ook reisplanners voor de autorijders het licht. PC-Active, januari 1997

Als toemaatje bevat deze uitstekende reisplanner bovendien een beperkt aantal (zwakke) foto’s van interessante stopplaatsen, alsook een pocket-vertaalwoordenboek van het Engels naar de meest courante Europese talen, mét audiovoorbeelden. Computer!Totaal, februari 1997

Mam, ik heb het opgezocht in de reisplanner - als je de trein van achttien over twaalf uit Purmerend neemt en overstapt in Sloterdijk, ben je via Schiphol en Leiden om vijf voor half twee in Den Haag. Elsevier, 13-12-97

< >