Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 16-06-2017

Prime-time

betekenis & definitie

Prime-time - (Eng.), zendtijd met de hoogste kijk- of luisterdichtheid; normaal tussen 8 en 11 uur ’s avonds. Soms duikt de Nederlandse term piektijd op.

De televisiemaatschappij zal morgen op prime time - dus als er zeker veel kinderen naar de televisie kijken - een programma uitzenden van een half uur... de Volkskrant, 05-02-85

Bij de AVRO hoor ik tussen de middag op ‘prime time’ teveel disco, dat vind ik ook niet prettig. Adam Curry in Vinyl, juli/augustus 1985

Jean-Luc Dehaene is het dominantst aanwezig in de Vlaamse ‘prime time’, met vijf optredens in twee weken tijd op de twee journaals samen. Humo, 01-02-90

Maar het was de beste garantie om prime-time CNN te halen en de voorpagina van de kranten. HP/De Tijd, 29-ii-96

In prime time valt voor mij doorgaans niets te rapen, vooral geen amusement. Humo, 17-12-96

< >