Popi(e) - informele afkorting van ‘populair’. Sinds de tweede helft van de jaren tachtig. Vooral jeugdtaal
Swatch, nog steeds. De doorzichtige Swatches zijn inmiddels al popi vanwege de antiquiteitswaarde. Haagse Post, 21-11-87
Ten eerste is dit taalgebruik veel te turbo geworden om nog acceptabel te zijn voor mensen die zich niet popi wensen uit te drukken, en ten tweede weten de ‘heren’ (kan ook al niet meer) zelf veel te goed dat hun een twijfelachtig compliment wordt gemaakt. Elsevier, 21-03-91
Die burgemeester, zo’n slapjanus die niet tegen hem op kon en nu de slippen draagt van die popipartij Ons Belang, een partij die het grootst is geworden met loze beloften en café-praat. HP/De Tijd, 20-12-96
Ik zag Wilma bij ‘ONTBIJT-TV’. Het was mij allemaal véél te popie. Nieuwe Revu, 29-01-97