Poepgrijper, -happer - apparaat om hondenpoep mee op te scheppen. Poephapper ook, in het meervoud, schertsend voor schoenzolen met een diep profiel, waar veel poep tussen blijft zitten wanneer men in een hondendrol trapt.
Hondebezitters in deze plaats worden bovendien verplicht een ‘poepgrijper’ bij zich te hebben, een die gratis door de gemeente wordt verstrekt of een eigen apparaat. Voor het geval de hond zich ontlast op plekken waar dit verboden is. de Volkskrant, 25-08-89
De Dog-Boy is een handzaam, lichtgewicht stokje waaraan een ‘poephapper’ is bevestigd. De tangen kunnen zich maar liefst vijftien centimeter openen. Bukken is nauwelijks nodig, het zakje met inhoud is eenvoudig te verwijderen en er wordt zelfs een poeder bijgeleverd om - zonodig - de substantie te verharden. Elsevier, 09-05-92