Piggelmeesyndroom - (naar de Van Nelle-albums uit de jaren dertig; oorspr. heette het mannetje Timpe Te), het voortdurend ontevreden zijn. Refereert vooral aan het bekende stripverhaal over Piggelmee en het Tovervisje. Piggelmee wordt met deze term onrecht aangedaan: het was zijn vrouw die steeds ontevreden bleef, ondanks de gulle tovergaven van het visje. Al opgenomen in Van Dale (1984).
Af gezien van enkele mensen die tevreden zijn met wat ze hebben en zijn, en die daarom vaak als ‘zonderling’ worden bestempeld, wordt het denken en handelen van alle mensen bepaald door begeerte naar wat ‘andere’ mensen hebben en zijn. Alle mensen, mannen, vrouwen en kinderen, arm of rijk, blank, zwart, bruin of geel, lijden in meerdere of mindere mate aan het Piggelmeesyndroom. Hans Ferrée: Van mens tot marionet, 1978
Volgens mij bestaat er een specifiek Oosteuropese tic die ik voor het gemak maar even het ‘Piggelmee-syndroom’ zal noemen. De kern van het syndroom is dat er overvraagd wordt - altijd, en over alles. Je biedt ruimhartig iets aan - net als dat ijverige visje uit het sprookje van Piggelmee - maar in plaats van appreciatie te oogsten, zoals je had verwacht, stuit je op een muur van kille afweer, teleurstelling en actieve desinteresse. Emma Brunt: Een Rus over de vloer, 1992