Opgebrand - (o.i.v. Am.-Eng. burnt-out, het verleden deelwoord van to burn out, in dezelfde zin gebruikt), uitgeput, uitgeblust. Aanvankelijk gezegd van sportlieden, nu meer algemeen.
Het image van Lubbers c.s. heeft forse butsen opgelopen; het kabinet lijkt opgebrand. Elsevier, 28-05-88
Als je zijn geestelijke toestand buiten beschouwing laat, is hij lichamelijk overigens niet ziek. Hij is gewoon opgebrand, zullen we maar zeggen. Vrij Nederland, 25-06-90
‘Opgebrande’ werknemers vormen een steeds grotere prop in het toch al omvangrijke reservoir arbeidsongeschikten. HP/De Tijd, 17-07-98