Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 15-06-2017

Lint: door het - gaan

betekenis & definitie

Lint: door het - gaan - kwaad worden, zijn zelfbeheersing verliezen. Ook ‘dronken worden’. Deze informele uitdrukking is wellicht oorspronkelijk Rotterdams slang.

De mensen hebben duidelijk iemand nodig die ze over de streep trekt om zich eens te laten gaan tegenover de autoriteiten. Ze zijn te schijterig om zelf eens door het lint te gaan. Oor, 02-05-87

... en de opa’s en oma’s van het boekenvak gingen in slow motion helemaal door het lint. Ronald Giphart: Giph, 1993

Op het departement zeiden de ambtenaren tegen elkaar: de minister dreigt door het lint te gaan. Vrij Nederland, 21-12-96

Je moet niet door het lint gaan, ondanks de provocaties. Elsevier, 12-04-97

Het is angstaanjagend om te zien hoe het delictscenario op elkaar lijkt: de overval om geld, een persoon - toen een vrouw - die zich niet zomaar overgeeft en meneer E. die door het lint gaat. Nieuwe Revu, 07-05-97

< >