Kutten - klooien; maar wat aanrommelen. Slang.
Een jaar later staan we met het bandje in de oefenruimte te kutten op een reggae-beatje. Nieuwe Revu, 21-07-93
vnl. jeugdtaal lullen; kletsen; onzin vertellen.
... die godvergeten taalneukers... die shitkikkers die maar blijven door zitten zeiken en toujours liggen te kutten over dat zo called reclamejargon. Onze Taal, mei 1989
Als ik naar mezelf kijk van toen, denk ik: Jezus man, wat zit je nou te kutten, je meent er geen hol van. Nieuwe Revu, 18-04-94