Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 14-06-2017

Kicken!

betekenis & definitie

Kicken! - waarderende uitroep uit de jeugdtaal. Onwijs kickend betekent ‘heel erg goed’.

Boven springt hij meteen. Geen gezeik, gewoon doen! Downstairs: ‘Kicken man! Die wind en dat vallen. Ik ga in Duitsland van een brug afspringen.’ Webber, oktober 1994

Alles wat je maar wilt, pannekoeken met biefstuk, what not. Kicken, trut! Pamela Koevoets: Schaduwboksen, 1995

Zag je al die grote gasten er een kankerzooi van maken. Dat was kicken. Nieuwe Revu, 18-06-97

Monique Eibers, die vorig jaar november af studeerde, had de maand daarvoor al een baan bij het automatiseringsbedrijf MediaWare in Eindhoven. ‘Dat was wel even kicken, ja.’ HP/De Tijd, 29-08-97

Kicken, man. Wat een stunt. Nieuwe Revu, 29-04-98

iemand eraf kicken, informeel voor ‘hem of haar wegsturen’.

Voor het laatste jaar word ik er af gekickt. Net nu ik examen moet doen. Trouw, 27-06-97

< >