Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 14-06-2017

Kaseko

betekenis & definitie

Kaseko - (Sur.), populaire Surinaamse dansmuziek, ontwikkeld uit de traditionele muziekvormen van bosnegers en creolen. Samenstelling: kasekoband.

Samba, salsa en kaseko hebben een gemeenschappelijke achtergrond van Westafrikaanse rituele muziek, die op Zuidamerikaanse bodem voeding heeft gegeven aan een diversiteit van rraditio nele en moderne genres. de Volkskrant, 09-11-85

Ook Surinaamse ‘kaseko’ van de bovenste plank ontbreekt met op het Africa Roots Festival. Kaseko is ontstaan als de Creoolse interpretatie van onze marsmuziek. De grote trom heeft dan ook nog steeds een belangrijke rol. Het Parool, 03-09-86

Daarop reggae, soul, disco en kaseko spelen. de Volkskrant, 14-02-87

Platen van kasekobands worden meestal alleen verkocht in winkels die Caraibisch repertoire in voorraad hebben. Vrij Nederland, 09-10-93

Hoewel kaseko wat populariteit betreft de laatste jaren is voorbijgestreefd door de (nog) percussievere roots-versie kawina aan de ene kant en door moderne bubbling aan de andere bevat ‘Switi’ door Ronald Snijders uitstekend geproduceerde tropische dansmuziek, die een broodnodige aanvulling biedt op het internationale wereldmuziek- aanbod. Oor, 13-11-93

Begin jaren tachtig had de Surinaamse groep Trafassi een eenmalig succes met het kasekonummer ‘Wasmasjien’. Elsevier, 19-02-94

Als het mooi weer werd en de Surinaamse buurjongens op het dak van de parkeergarage aan hun Ford Capri’s sleutelden, schalden de zoete klanken van de kasèko uit alle luidsprekers. HP/De Tijd, 08-01-93

Niet de vrouw had het uitgeschreeuwd: de stem van de man had als de angstkreet van een slachtoffer door de kaseko geklonken. Astrid H. Roemer: Gewaagd leven, 1996

< >