Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 13-06-2017

Ik-tijdperk

betekenis & definitie

Ik-tijdperk - (Eng. the Me-decade, ook wel the age of Me; gelanceerd door de Amerikaanse auteur-journalist Tom Wolfe in het mei/juni nummer van 1973 van The Critic), benaming voor de jaren zeventig en tachtig, de periode waarin alles rond de eigen persoon draait en er weinig belangstelling is voor de medemens; ‘cultuur van het narcisme’. Bij ons werd de term gelanceerd door het tijdschrift de Haagse Post (erflater van het huidige HP/De Tijd) in het kerstnummer van 1979. Anja Meulenbelts bestseller De schaamte voorbij werd hierin als kenmerkend opgevoerd. Dit boek was volgens de redactie immers het absolute egodocument: de persoonlijke groei van een vrouw, getekend als één lange worsteling. De ‘ik-generatie’ (Me-generation) wordt gevormd door yup(pie)-prototypes die de innerlijke contemplatie van de hippies uit de jaren zestig omzetten in een vergaande obsessie met zichzelf.

< >