Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 13-06-2017

Huisman

betekenis & definitie

Huisman - man die thuis blijft en het huishoudelijk werk verricht, terwijl de vrouw uit werken gaat.

Vincent vindt dat er consequent negatief geschreven wordt over mannen die proberen het anders te doen, neem die rubriek in ‘de Volkskrant’ Dag in Dag uit, waarin ‘huismannen’ plus elk onderwerp waarin mannen en zorg gekoppeld zijn, stelselmatig belachelijk worden gemaakt. Opzij, mei 1993

De werklozen zitten thuis, maar piekeren er niet over zich huisman te noemen. HP/De Tijd, 18-07-97

< >