Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 13-06-2017

Homesitting

betekenis & definitie

Homesitting - (Eng.), hetgeen een homesitter doet. → housesitter.

In de Verenigde Staten, in Groot-Brittanië en in Nederland is men er sinds een paar jaar evenzeer mee vertrouwd als met baby-sitting. Maar in ons land is ‘home-sitting’ vrij nieuw. Stel dat je met vakantie wil, maar dat je thuis twee honden hebt. Dan zit je al gauw in de problemen. Hetzelfde geldt voor echtparen met zeer jonge kinderen die er eventjes alleen tussenuit willen, of voor reislustige koppels met inwonende bejaarden. Twee dames uit Tongeren, Emi Baeteman en Hilda Tilkin, hoorden van de Nederlandse voorbeelden van ‘homesitting’ en richtten net voor de grote vakantie de cv ‘Home Protection’ op. Ze zeggen dat ze ‘een gat in de vakantiemarkt hebben gevonden’. Het Nieuwsblad, 24-08-89

< >