Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 08-06-2017

Giga

betekenis & definitie

informele afkorting van gigantisch. Ook in samenstellingen. → mega.

Grappig is ook de manier waarop hij praat, hij bedient zich namelijk veelvuldig van afkortingen. Zo heeft hij het over deca (decadent), popi (populair), giga (gigantisch), ari (a-relaxed), ordi (ordinair), mima (middelmatig). Albert Gillissen en Hans Busman: Yuppie yuppie yeahh!, 1987

Een week later spreek ik Pep weer. Zojuist heeft hij een ‘giga-tegenvaller’ te verwerken gekregen. Nieuwe Revu, 27-08-92

< >