(naar Eng. pilot country?), land dat model staat voor een goed regeringsbeleid en voor de oplossing van wereldproblemen; modelland. Volgens de Haagse Post van 20-11-86 werd de term begin jaren zeventig gelanceerd door de politicus Bas de Gaay Fortman. Dit wordt echter tegengesproken door oudere bewijsplaatsen. In het door H.A. van Wijnen geschreven boek Willem Drees - democraat staat op blz. 3 8: ‘Wij waren,’ schreef Cornelis van Vollenhoven, ‘bij uitstek geroepen een “gidsland” te worden om een nieuwe internationale rechtsorde tot stand te brengen.’ De daarbij behorende voetnoot luidt: ‘Vollenhoven, C. van, De eendracht van het land, 1913.’ Dan volgt de zin: ‘Het woord gidsland was zijn omloop door de wereld begonnen.’ Het woord is dus aanzienlijk ouder. Toch werd het pas in de jaren tachtig frequent gebruikt; vanaf dan duikt het ook in de meeste handwoordenboeken op. Reinsma (1984) citeert echter de NRC van 17- 4-72 als oudste vindplaats. Naar analogie ook gidsgemeente, -stad ‘gemeente of stad die een voorbeeldfunctie vervult’.
Als Nederland in de dagen van Den Uyl koploper en voortrekker is geweest, dan zal Den Uyl wel gecharmeerd zijn van het woord ‘gidsland’. Maar nee: ‘ik heb het altijd een afschuwelijk woord gevonden. Ik zou die term het liefst in de hoek gooien. Zoiets moet je niet willen, dat is veel te pretentieus.’ NRC Handelsblad, 20-02-87
Zelfonderzoek valt Nederland-gidsland zwaar. Elsevier, 26-03-88
Zo gaat ook Jolanda Venema nu de wereld rond met één, niet mis te verstane boodschap: in het ‘gidsland’ Nederland brengt zo een aantal agressieve zwakzinnigen zijn leven door, aan de muur geketend vanwege hun primitieve verzet tegen het kapotte leven. Vrij Nederland, 10-12-88
Eindelijk is Nederland het Gidsland en het voorbeeld voor de rest van de wereld. Wim de Bie: Morgen zal ik mijn mannetje staan, 1990
Israël is een gidsland voor veel Derde-Wereldstaten. Elsevier, 26-01-91