gebruik makend van technische foefjes of trucs. Informeel; vooral in de sport.
Ze zeggen van hem dat hij te beschaafd, te welopgevoed en dus niet geschikt is voor het harde vak van profwielrenner. Niet gemeen genoeg, niet getruct genoeg. Nieuwe Revu, 03-03-90
De naam van Hugo Sanchez, een getructe aanvaller begrijpt ze, ligt op ieders lip. Megchel Doewina: De vliegende Hollander, 1992
Hij is buigzaam, lenig en snapt veel. Ik denk datie ook hard, eerzuchtig en getruct kan zijn, maar dat weet ik niet zeker. Nieuwe Revu, 12-11-97
Gisteren had hij zich op de halve afstand beter gewapend tegen het getructe ellebogenwerk. Trouw, 20-02-98