Flikken - in de (wieler)sport: een tegenstander benadelen, bedonderen, bijvoorbeeld door een gedane belofte niet na te komen of door tijdens een dopingcontrole urinezakjes te vervangen, zodat de ‘geflikte’ renner positief wordt bevonden. Pejoratief.
Jan Janssen in Sport International over zijn Tourzege 1968, waarover Herman Vanspringel zegt: ik voel me geflikt, maar ik kan het niet bewijzen. Sport 80, 16-07-86
Knetemann. Die heeft geen enkele vriend in het peloton. Hij heeft mij (Roger de Vlaeminck - MDC) eens in een criterium geflikt zoals hij ook Moser flikte tijdens het wereldkampioenschap. Elsevier, 14-03-87
In 1976, toen ik tweede werd na Gimondi, hebben ze me serieus geflikt. Het Nieuwsblad, 06-06-87
Na Italië, na ZG Mobili zou hij in 1994 eigenlijk voor TVM gaan rijden. Cees Priem, de Zeeuwse ploegleider, had hem gevraagd, Van den Akker wilde wel, het duo ging mondeling akkoord, en de renner zegde schriftelijk op bij ZG. Toen werd het langzaam stiller en stiller vanuit Zeeland. Priem, de voormalige knecht van Jan Raas, deed aanvankelijk nog wel wat vage beloften, maar bleef uiteindelijk in gebreke. ‘Geflikt, heet dat.’ HP/De Tijd, 23-04-97