Fauteuil: in een - zitten, winnen - (Fr. arriver dans un fauteuil), bij het wielrennen: zonder veel moeite, erg gemakkelijk winnen, de eindstreep halen. → met de vingers in de neus; in een zetel.
Deze keer kwam ik door Godefroot in een fauteuil te zitten, waardoor ik profiteerde en waardoor ik eigenlijk Milaan-San Remo won. Gijs Zandbergen: Alleen op kop, 1980
Krabbé werd in een fauteuil naar de eindstreep gebracht. Tim Krabbé: De renner, 1984
Met zijn ploegmaten Boorsma, Wolsink en Vaanhold (reed niet echt goed, maar was in de finale toch nuttig mee) als afstoppers, zat Vos natuurlijk in een fauteuil. Wieler Revue, 27-05-88