Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 08-06-2017

Excuus-Truus

betekenis & definitie

Excuus-Truus - vrouw die men een bepaalde functie geeft, enkel om te bewijzen dat men niet anti-feministisch of seksistisch is. Van Dale (1992) vermeldt als synoniem de alibi-jet.

‘De weerstand tegen vrouwen in een mannenberoep,’ zegt Marlies Ott, ‘neemt toe naarmate er meer vrouwen bijkomen. Een enkele vrouw - dat blijft een excuustruus.’ Vrij Nederland, 01-06-85

Het departement werd uitgebreid met een afdeling vrouwenzaken. De onbekende Süssmuth kon aan de slag gaan. Een excuus-Truus? Elsevier, 21-03-87

Kiel: ‘Of een concern wil beslist een vrouwelijke academicus. Ik vertrouw dat niet zo. Dat is gewoon ergens een excuus-Truus neerzetten.’ Opzij, juni 1987

Laten we beginnen met het hoogste niveau: de ministerraad. Hier vinden we vooral de welbekende ‘excuus-Truus’. De eerste vrouwelijke minister, Marga Klompé, dateert van 1956. Opzij, januari 1989

Maar het opgewonden deel van de zaal zag de bijstandsvrouw op het podium waarschijnlijk vooral als de excuus-truus van de organisatoren. Trouw, 21-01-89

De excuus-Truusen zitten in de politiek; door ons straks een presentje te schenken dat bestaat uit een loos woord (‘excuus’) hopen ze vrijuit te gaan. Nieuwe Revu, 18-06-97

De klare taal van werkgever en werknemers werd enkel onderbroken toen excuustruus Danielle Kaisergrüber een rapport schreef dat enkel de bedoeling had Jospin zonder al te veel gezichtsverlies zijn draai te laten nemen. De Morgen, 30-06-97

Eén vrouw laat Mulisch toe tot zijn ereclub van heren: Hanne Darboven, met een uit 120 panelen bestaand, zaalvullend werk. Een excuus-Truus met spierballen, temidden van canonieke kerels met granieten reputaties. NRC Handelsblad, 02-01-98

< >