Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 07-06-2017

Dread

betekenis & definitie

Dread - (Eng.), verkorting van dreadlocks. Slang. Meestal meervoud.

... op zijn hoofd een witte pet waaronder nog net enkele dreads en een bril waarvan de zonneglazen zijn opgeklapt. Oor, 27-08-88

Jamaicaanse rasta(fari). Een ‘dread’ in Montego Bay. de Volkskrant, 29-06-83

‘No kiddin’, tegen 12 u wordt het hippe cocktail-publiek langzaam maar zeker ingeruild tegen een handvol toch al iets ruiger ogende dreads die aan de ingang staan te drummen. Fabiola, juni 1986

... de Londense formatie Aswad is nog steeds veruit de favoriete reggaegroep bij alle jonge dreads. Oor, 04-10-86

Maar niet elke rasta is per se een dread. Snoecks 1987

‘We’re massive’ zongen de drie met grote leren petten getooide dreads. Oor, 21-03-88

Als ‘dread(lock)’ wilde ik een andere ‘dread’ de cup zien pakken. Muziek Express, september 1988

< >