Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 07-06-2017

Dongel; dongle

betekenis & definitie

Dongel; dongle - stekkertje dat achter in de computer wordt gestoken als beveiliging tegen het illegaal kopiëren van software. Na het intoetsen van een wachtwoord wordt de programmatuur toegankelijk. Nadeel is dat iedere fabrikant zijn eigen decoder heeft. Die verschilt dus voor de programma’s van verschillende fabrikanten. Bovendien hebben de dongels allemaal een plaatsje nodig.

De dongel, of ‘wizzkey’, werkt nauw samen met de bijbehorende software die op de pc wordt geladen. Je koopt dus software en dongel samen. In het apparaat zit informatie die daar door de software- ontwikkelaar is ingebracht en waar de software om vraagt tijdens het gebruik. Als het verkeerde antwoord komt, of helemaal geen antwoord, kan er niet (meer) met het pakket worden gewerkt. Die informatie zelf is beschermd met een wachtwoord. de Volkskrant, 27-03-93

Dongel: beveiliging van programmatuur tegen ongewenst kopiëren. Frank Jansen en Hubert Roza: Het laatste woord, 1993

De dongle is het equivalent van het decoderkastje bij de televisie. Zonder decoder heeft de TV een gestoord beeld. Voor de dongle geldt mutatis mutandis hetzelfde: zonder het door de fabrikant bijgeleverde apparaatje kan het programma niet starten. HP/De Tijd, 26-09-97

< >