Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 07-06-2017

Doelsaldo

betekenis & definitie

Doelsaldo - aantal door een voetbalploeg gescoorde doelpunten minus het aantal geïncasseerde doelpunten. Sinds eind jaren zeventig.

West-Duitsland blijft op grond van een beter doelsaldo vooralsnog leider in groep 4. Trouw, 27-04-89

Ook het doelsaldo in elf uitwedstrijden, negentien voor, elf tegen, mag er zijn. de Volkskrant, 18-01-92

De Duitsers, die vorig seizoen op doelsaldo de titel aan VfB Stuttgart moesten laten, konden in de tweede helft moeiteloos het heft in handen nemen. NRC Handelsblad, 08-08-92

In 1995 speelde Ajax 52 officiële wedstrijden, daarvan won het er 43, speelde het acht keer gelijk en verloor het slechts van Feyenoord. Het doelsaldo: 155-29. Nieuwe Revu, 16-10-96

< >