Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 07-06-2017

Doe-vakantie

betekenis & definitie

Doe-vakantie - vakantie die op creatieve wijze wordt doorgebracht, door bijvoorbeeld aan sport te doen, cursussen te volgen enz.

Maar op zich is het hele idee Doe-Vakantie natuurlijk prima. Kees van Kooten en Wim de Bie: Het groot bescheurboek, 1986

Doe-vakantie: vakantie waarbij inspanning ontspanning is; bijv. kampeertrektocht, safari, overlevingstocht, vlottocht. Vivian F.C. Kleyn: Toeristisch lexicon, 1991

Vroeger ging je op vakantie om uit te rusten, tegenwoordig doen mensen dat op hun werk. Zou je zeggen als je het jaarlijks uitdijende aanbod van doe-vakanties beziet. Opzij, oktober 1991

Doe-vakantie. Periode die dient om te ontsnappen aan dagelijkse beslommeringen en daardoor doodmoe thuis te komen. Toen in de jaren zeventig ontdekt werd dat vrije tijd ingevuld moest worden, ontstond behoefte aan vakanties waarin alles mocht, als er maar niet werd uitgerust. Vrij Nederland, 06-05-95

‘Paps is dol op doevakanties! ’ zeggen twee zwaarbepakte jongetjes die achter hun vader aan sjouwen... Vrij Nederland, 02-05-98

< >