Confectiepop, -soul, -nummer enz., - popmuziek (soul enz.) voor een groot publiek, dus erg makkelijk in het oor liggend; erg commerciële muziek, bestemd voor de grote massa. Pejoratief. → consumptiepop.
... de meer sophisticated jazzy confectie-pop. Oor, 07-03-83
Er is niets tegen de confectiepop van Chris, maar er is ook heel weinig voor. Oor, 14-06-86
Geen confectiepop, maar ‘haute-couture’. Muziek Express, december 1987
De Engelse zanger David Sylvian behoort niet direct tot het wereldje van de snelle confectiepop of exuberante clipcultuur. Avenue, februari 1988
... al die bloedloze confectiepop. Fabiola, oktober 1988
Carpenters. Ken en ‘Barbie’ Karen. Gelikte all-American confectiepop, gemaakt door ideale schoonzoon en -dochter. Oor, 17-04-93