Carringtondoctrine - (epon., naar de Britse politicus Lord Peter A.R. Carrington, minister van Buitenlandse Zaken onder Thatcher), politieke doctrine die stelt dat een bewindspersoon de consequenties moet aanvaarden voor de fouten die door zijn of haar ambtenaren zijn gemaakt; ministeriële verantwoordelijkheid wanneer er iets fout gaat in het beleid. Carrington nam na de Argentijnse invasie op de Falklandeilanden in 1982 de schuld voor de late Britse reactie op zich en trad af. In België zag de minister van Binnenlandse Zaken, Louis Tobback, zich in september 1998 genoodzaakt af te treden na een zware blunder van de Rijkswacht bij het repatriëren van een asielzoeker. Deze kwam om het leven na hardhandig te zijn aangepakt door begeleidende rijkswachters. Aangezien de Rijkswacht onder de bevoegdheid van Binnenlandse Zaken functioneert, nam de minister in kwestie zijn verantwoordelijkheid, geheel conform de Carringtondoctrine. De Nederlandse variant heet Bolkesteindoctrine.
De Carrington-doctrine werd voorgesteld als een van de hoogste principes uit het Nederlandse staatsrecht. Elsevier, 15-11-97
Juristen zijn het oneens over de vraag of de Carrington-doctrine een staatsrechtelijke gedragsregel is, dan wel een politiek-morele opvatting. In het ene geval is het een plicht, in het andere geval gaat het om een aanbeveling. Elsevier, 25-04-98
Onder het eerste paarse kabinet werd de ‘Carrington-doctrine’ alleen van toepassing verklaard op staatssecretaris Robin Linschoten van Sociale Zaken, die met zijn optreden in de CTSV-affaire het vertrouwen van de Kamer had verspeeld. Vrij Nederland, 08-08-98