Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 06-06-2017

Bubblegum

betekenis & definitie

Bubblegum - (Am, -Eng.), denigrerende aanduiding voor pretentieloze tienermuziek uit de jaren zeventig. Zo genoemd vanwege de voorliefde van tieners voor kauwgum. Vaak in samenstellingen als bubblegummuziek. De term ontstond in de jaren zeventig.

‘Inside you’ is kinderlijke bubblegum gestut door hip-hop. Humo, 31-12-87

Het is en blijft onbegrijpelijk dat ‘Paul McCartney’ op z’n 45ste nog steeds bubblegum wil zingen in een zaaltje vol gelukzalige pubers. Vinyl, januari 1988

... vanaf het eerste moment heb ik de bubblegum-rock van Roxette aangenaam gevonden om naar te luisteren... Oor, 24-02-90

We wilden af van die bubblegum-muziek, hoewel we daar eigenlijk vandaan kwamen. Nieuwe Revu, 12-04-90

... op onschuldige bubblegum-muziek dansend... Freek de Jonge: Neerlands bloed, 1991

Het boekje bestaat uit vijf in moeilijkheidsgraad oplopende gedeeltes en gaat qua onderwerpen van folkrock tot acidrock en van bubblegum tot Woodstock. Oor, 23-04-94

< >