Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 06-06-2017

Bosdag

betekenis & definitie

Bosdag - dag waarop een ontmoeting plaatsheeft tussen topfiguren (ministers; bestuurders van grote ondernemingen) in een landelijke omgeving.

De Hilversumse vergadertijgers hebben eind vorige week opgelucht ademgehaald: ook na het overleg in Noordwijk blijft er gelukkig nog genoeg te beraadslagen, te ‘brainstormen’ en te babbelen over. In een Noordwijks hotel, dat zoveel gratis publiciteit kreeg dat naar Ster-maatstaven genomen de hoteldirectie waarschijnlijk een rekening van Hilversum krijgt in plaats van andersom, kwamen de voorzitters en directeuren van alle grote omroepen bijeen voor twee tevoren tot ‘bosdagen’ gedoopte vergadersessies. Elsevier, 19-01-91

De eerste ‘bosdagen’ zitten erop. Even buiten Garderen ligt het conferentieoord Groot Heideborgh waar de voorzitters en directeuren van de publieke omroepen twee weken geleden bijeenkwamen. Elsevier, 11-02-97

< >