Angstgegner - (Dui.), in de voetbalsport: gevaarlijke tegenstander; een tegenstander van wie het traditioneel moeilijk winnen is, zelfs al staat hij lager op de ranglijst. Tegenwoordig ook buiten de sport gebruikt.
Landskampioen PSV zal de krachten meten met ‘Angstgegner’ FC Utrecht en iedereen verheugt zich op een spannende wedstrijd. HP/De Tijd, 23-08-91
Bulgarije, de nummer vijf van het EK, geldt als gevaarlijk. ‘Onze bekende Angstgegner, waarbij het goed is dat we een herkansing krijgen,’ zo voorspelde OKT-woordvoerder Bakker de gang van zaken. de Volkskrant, 09-05-92
Ischa Meijer heeft mij ooit in de Haagse Post een mini-Fellini genoemd. Dat was absoluut ironiserend bedoeld, maar ik ben wel een groot bewonderaar. Fellini is bij al mijn werk een beetje een ‘Angstgegner’ geweest. Ik heb altijd de angst gehad dat critici zouden zeggen dat iets van mij wel heel erg Fellini was. HP/De Tijd, 29-10-93
Wat het voor Vallei nog erger maakt is dat Ed Waterland een aloverheersende vijand van hem is, een Angstgegner, een man die bovendien van hem verschilt als de nacht van de dag. NRC Handelsblad, 29-08-97
En voetbalprofessor Kraay niet te vergeten, de ware Angstgegner met het brede kikvorsgezicht, wiens liefde voor het spel zover gaat dat hij een zoon op de wereld heeft gezet die over voetbal zelfs probeert te zingen. HP/De Tijd, 10-10-97
Ook de andere ‘Angstgegner’ van de politie, ‘Blauwe Henkie’, is die nacht niet in de buurt gesignaleerd. Elsevier, 31-01-98
