Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 06-06-2017

Ama

betekenis & definitie

Ama - (acron. van alleenstaande minderjarige asielzoeker),kind dat zonder ouders naar Nederland is gekomen. Sinds begin jaren negentig.

Een eigen afkorting hebben ze inmiddels: de Ama’s. De alleenstaande minderjarige asielzoekers, meer dan duizend tot nu toe, maken het vluchtelingenprobleem nog ingewikkelder dan het al is. Vrij Nederland, 24-07-93

Gebouw 1 en 2 op het grauwe voormalig kazernecomplex zijn bestemd voor alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s). de Volkskrant, 13-01-94

IND-medewerker Hendriks verdiepte zich anderhalve maand geleden in de onrustbarende stijging van uit West-Afrika afkomstige ama’s (alleenstaande minderjarige asielzoekers). Vrij Nederland, 03-09-94

Zonder meer terugsturen van deze ama’s (Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers) blijkt vaak moeilijk. Elsevier, 16-12-93

Via het Asielzoekerscentrum in Leerdam kwam ze terecht in Zwolle, in een huis voor Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers (ama’s). Elsevier, 17-02-96

Ook de grondleggers van het ama-beleid, het Paedologisch Instituut en prof. Baartman van de VU spreken hun zorg uit over de gevolgen van de plannen om ama’s amper meer te bieden dan de standaard asielprocedure. Trouw, 21-11-97

< >