Airplay - (Eng.), aandacht die wordt besteed aan een plaat op de radio, of soms ook televisie; aantal keren dat een plaat gedraaid wordt, dat een artiest zijn muzikaal product mag promoten. Deze term dook vrij laat in de woordenboeken op.
Leer ze me kennen, de pluggers. Cowboys van het vinyl zijn het. Airplay is alles. Henk Spaan: Kermis op de Dam, 1985
‘Happy hour’ mag zich zelfs verheugen in wat airplay op de Nederlandse radio. Oor, 29-11-86
En acht keer airplay binnen een week, levert een plaatsje in de Tipparade op. Haagse Post, 05-12-87
Hij is plugger en mompelt steeds ‘airplay, airplay’... Oor, 20-01-88
Omdat de airplay nog steeds afhankelijk is van de hoeveelheid singles die je verkoopt, hebben bands en platenmaatschappijen nog steeds de neiging de domste liedjes van een cd op een single uit te brengen. de Volkskrant, 21-05-92
Veel posters, veel airplay op, godbetert, radio 3 en een heuse release-party voor de Nederlandse pers in de hipste strandtent aan de Noordzee. HP/De Tijd, 11-07-97