Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 06-06-2017

-aholic

betekenis & definitie

-aholic - (Eng.), combinatievorm met de betekenis ‘iemand die verslaafd is aan, geobsedeerd door, voortdurend behoefte heeft aan iets’. Gevormd naar analogie van alcoholic. Toen Wayne Oates, een Amerikaans pastoraal werker, in 1971 het woord workaholic ‘werkverslaafde’ lanceerde, was het hek al gauw van de dam. Er volgden allerlei nieuwe woorden die eindigen op -aholic of -oholic. Sinds de tweede helft van de jaren tachtig werden dergelijke nieuwvormingen ook bij ons populair. → -holic.

Het gaat om de nuchtere schaduwzijde: de klinieken voor cocaholics, therapeutische gemeenschappen, het doodordinaire afkick-leed. Oor, 28-06-86

Gerrit de Jager, een veelzijdige stripaholic... Preview, november 1985

Guitaraholic Clapton speelt mee. Oor, 25-05-89

De ‘race-aholic’ uit Berriz in de Baskische provincie Viscaya. De Standaard, 18-07-89

Sportmakelaar en workaholic Maguire is aan het begin van de film namelijk tot de verontrustende conclusie gekomen dat hij een schraal nietszeggend leven leidt. Nieuwe Revu, 12-05-97

Meiden zijn lees-aholics. Het is een communicatie-etende doelgroep, ze willen niks missen. HP/De Tijd, 50-05-97