Duits : Trottellumme
Engels : Atlantic Murre
Frans : Guillemot de Troïl
Fries : Skoet
Betekenis wetenschappelijk naam:
Uria is mogelijk duiker; kan echter zijn ontleend aan Orion, die volgens de overlevering op de golven kon lopen. Aalge = alk.
De naam Zeekoet geeft weer dat deze vogel aan zeekusten voorkomt en een koet-achtig geluid maakt, zoals ook de Meerkoet. Aanvankelijk betekende ‘koeteren’ onduidelijk praten. Wij spreken zelfs van ‘koeterwaals’ bij onverstaanbare taal. Maar zover gaat de achtergrond niet bij de Zeekoet.
In Friesland gebruikt men ook de naam Skut.
De namen Zeehen en Zeehoen zijn misschien uit het Engels afkomstig. Sea-hen was een benaming van eierrapers toen de eieren van de Zeekoet erg in trek waren. Hoannie (Tex) = ‘Hannie’, een naam die aan meer zeevogels is gegeven, zoals aan de Parelduiker. Waarschijnlijk omdat deze ‘onnozele Hans’ geen vrees voor de mens kende.
De vogel komt in drie ondersoorten in Europa voor: De Zuidelijke Zeekoet - U.a. albionis = U. a. ‘voorkomende in Engeland’ en daarom ook wel Britse Zeekoet genoemd, de Noordelijke Zeekoet - U.a. aalge, die ook de naam Atlantische Zeekoet
draagt en de overigens niet bij Nederland voorkomende Arctische Zeekoet - U.a. hyperboreus. De Gebrilde Zeekoet of Brilzeekoet zijn namen naar de oogring en oor- streep van een variteit van de Zeekoet (destijds Cepphus carbo).
De Zeekoet is aan onze kust helaas vooral bekend doordat hij dikwijls als olieslachtoffer aanspoelt.