Duits : Buchfink
Engels : Chaffinch
Frans : Pinson des arbres
Fries : Skelfink
Betekenis wetenschappelijke naam:
tjilper, ongepaard (celibatair). D.w.z. de mannetjes en vrouwtjes gaan gescheiden, na elkaar, op trek.
Vink is, evenals Fenke (Twe), Fink (Fr) en Vienk(e) (Goe, Zl), een klanknabootsing van de vogelroep. Vergelijk Oudhoogduits fincho, Oudengels finc, Grieks spinos (= fringillus), Middellatijn pincio, Keltisch pinc en de bovenvermelde namen. Ook in onze volksnamen is het element ‘vink’ vrijwel altijd aanwezig. Kennelijk ligt die klank goed in het gehoor.
In de Friese naam is de luid klinkende zang aangeduid. Maar skelfink is ook een uitdrukking voor een scheldend wijf. Andere namen met betrekking tot zang of alarmroep zijn Schelvink, Kwinker (vgl. kwinkeleren), Distrewie (Maa), Suskewiet (Vla), Toetvink(e) (Ach, Lij), Slagvienke (ZBW), Slagvink en Slachfink (Fr). Men
zegt ook “de Vink slaat”.
Schildvink en Schillevink (Fr) verwijzen naar de dubbele witte vleugelband, waardoor het kleurenpatroon aan dat op een schild doet denken.
De blauwe kruin en nek bezorgden de Vink de namen Blauwkop (NH) en Blauw- vink. De rossige onderzijde is verwoord in Roadmosk (Ter) en Readfink (Ter). Toefvinke (Ach), Tooffenke (Twe), en Doefvink (Lij) kunnen doelen op een ‘kuif’ vanwege het opzetten van de kruinveren bij agressiviteit.
Z’n namen Toogveenke (Twe) en Tookvinke (Twe) betekenen ‘takvink’. Wellicht hebben ze dezelfde achtergrond als Takken, een naam voor een jonge Vink en Takrd (Twe), dat is een jong vogeltje op een tak bij het nest.
In het zomerseizoen komt de Vink meestal voor in terreinen met veel geboomte en ondergroei. Dit is herkenbaar in Bosvink (Gr, Lb), Bogervink (WZV), Bogerdvinke (ZVl), Boomgaardvink (Vla), wat tevens de naam voor een in de zomer gevangen Vink is, Hofvink, Hofsteevink - beide van toepassing op de niet wegtrekkende Vink -, Beukvink (Kat), Boekvink (Gr, Lb), Boekfink (Fr), Bookvink (Lb), Bookveenke (Wee) en Bokvink (Lb). Beukvink was aanvankelijk z’n Nederlandse naam, welke te danken is aan de behoefte van de vogel aan beukenootjes, die hij in het najaar op z’n reis door ons land onder de bomen verorbert. Misschien duidt de naam Laanvink eveneens op z’n aanwezigheid in beukenlanen.
Botvink (NB, OZV, Vla), Botvienk(e) (Goe) en Bieter (Ens) doelen op het stukbijten van uitbottende spruiten aan bomen en struiken. (De Appel- en Goudvink zijn hierom berucht.)
Z’n naam Veldvink past in een winters decor, wanneer hij de stoppelige akkers afstroopt om zaden op te pikken. De naam zal ook verband houden met het feit dat de Vink op de grond fourageert.
Een Bofvink is een met opgeblazen wangen zingende Vink. De Kolfvink (Gr) zou een plaatselijke variëteit zijn geweest, herkenbaar aan een witte vlek in de nek, aldus een vermelding uit 1856.
Maanvink en Maankop verwoorden de in de vorm van een maansikkel over de zijkant van de kop lopende afscheiding van kleuren.
Een Meivink (ONB) is een term uit de vroeger zo ingeburgerde vinkerij. Het was een in mei gevangen Vink en, gelet op de periode van het jaar, tevens de aanwijzing dat zo’n exemplaar een standvogel was, een Hierlandse (ONB).
Oostvink (NH), Oosterling (Vla) en Oosterse Vink (Vla) zijn namen voor in het najaar gevangen en uit het oosten afkomstige Vinken.
Een Schokker (Kam) is mogelijk een uit de richting van het vroegere eiland Schokland gekomen Vink.
Bij velen zijn Vinken geliefd om hun zang omdat die zeer gevarieerd kan zijn. Men kweekt de vogels en houdt er zangwedstrijden mee. Bekend is de vinkenslag van de Waal (ONB, Vla) of Waalvink (ONB, Vla), van oorsprong standvogel in Wallonië. Vinken uit de Ardennen zouden niet zo mooi zingen als Walen en een Vink wiens zang van weinig waarde is wordt een Franse Vink genoemd.
Andere Vlaamse vinkennamen zijn Mosvink, Sneeuwvogel, St.Jansvogel, Steenpreeuwer, Reepeeuwer en Zeepeeuwer.
Van vogelvangers of vinkers kennen we het woord lokvink en de uitdrukking ‘op het vinkentouw zitten’. Het wordt gezegd van iemand die met spanning het geschikte moment afwacht om tot handelen over te gaan. En iemand die afluistert is een luistervink.