Duits : Reiherente
Engels : Tufted Duck
Frans : Fuligule morillon
Fries : Túf-ein
Betekenis wetenschappelijke naam:
roetkleurige watervogel.
De kop van de woerd is getooid met een lange afhangende kuif. Bij het wijfje is deze toef slechts rudimentair aanwezig. Niet alleen memoreert het merendeel van boven- genoemde namen aan dit kuifje, ook verschillende gewestelijke namen staan in dit teken: Kamdûker (Fr), Kamduiker, Kameend, Koef-end (Ach), het meer recente Kuivertje, Toppertje, Toppereend en Top-ein (Fr). Wat de laatste namen betreft is er verband met het Oudnoorse toppr, dat ‘omhoog gebonden haar’ betekent.
De naam Jolling (Fr) wil zeggen ‘aanspoelsel van riet’ en zou een andere aanduiding kunnen zijn voor het toefje veren op de kop.
Met de Tafel- en de Toppereend deelt hij de naam Kareend. Dit is een klanknabootsende naam naar het baltsgeluid van de eenden van het genus Aythya waartoe deze soorten behoren.
Niet alleen de kuif is karakteristiek voor de woerd, ook het nagenoeg zwartwitte zomerkleed onderscheidt hem van het bruinere vrouwtje. Zo wordt met de namen Rouwbandje, Bonte Duiker, Buntien (Kam) en Bonte Knobbe (Kam) het mannetje bedoeld, terwijl de namen Bruine Knob en Bruine Duikereend op de eend van toepassing zijn. Met ‘knob(be)’ wordt de kop aangeduid, die als een knop op het lijf lijkt te zitten. Zie hierover voorts bij de Brilduiker.
De volksnaam Dopper (ZVl) is een ander woord voor duiker, waarmee een veelvoorkomend gedrag van de soort wordt benadrukt. Hij kan bij het vergaren van voedsel tot zo’n 2 meter diepte duiken. Het uit dezelfde streek afkomstige Dobber (ZVl) kan wijzen op het dobberen, dan wel duiden op het na de duik weer als een dobber uit het water omhoog schieten van de Kuifeend. Het zou eveneens een verbastering van de daarvoor genoemde naam kunnen zijn.
Uit de Meierij noteerden we de naam (Roomse) Kipping, die op het zwart-witte pak en het ‘kiepen’ of duiken van deze eend stoelt.