Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Zijn asem over iets laten gaan

betekenis & definitie

D.w.z. eig. iets van nabij bekijken of beruiken; fig. zich met iets bemoeien.

Vgl. Huygens, Hofw. 2261: 'k Wouw dat men aessem me iens gaen mocht over'tsuyvel; Asselyn, Spilp. 10: De keukenklauwers, die toch niet gerust zijn of ze moeten, over al 't geen er te vuur gedaen wordt, 'er aassem laaten over gaan; Halma, 17: Over al zijnen asem hebben, alles bestellen, mettre le nez par-tout, de mêler de tout, Tuinman I, 5: Hyheefterde hand in gehad. Zo zegt men ook: Hy heeft er zijnen adem over laten gaan: 't geen geschied over dingen, die naby zyn; bl. 196: Hylaat 'erzijnen aassem over gaan. Dat wil zeggen, een zaak van naby bezien, en behandelen, zo dat men bewind daar over gebruikt; Harreb. I, 10; Sjof. 199: Je mocht geen borretje pap vrete of de pastoor most'er zijn asem over late gaan.

< >