Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Hij is een nul in het cijfer

betekenis & definitie

D.w.z. hij beteekent niets, wordt bij de optelling niet medegerekend, heeft niets in te brengen, is niet in tel; Afrik. hij is maar 'n grootnul. Vroeger zeide men ook een oo(tje) in het cijfer zijn, dat thans nog in Zuid-Nederland gebruikt wordt naast een nul in t cijfer zijn en geteld worden gelijk 'n o in t cijferen; zie [i]Antw.

Idiot.[/i] 484; 865 en vgl. De gelyke Twélingen. (anno 1677): Jy bent maar een ootje in 't syffer, je geldt 'er niet, man3); Hooft, Ned. Hist. 846: Hy diende hun voor een o in 't syfer. Voor andere plaatsen zie Ndl. Wdb. XI, 230 en vgl. Tuinman I, 355; Halma, 384: Hij is niets, weinig, neen; voor louw, voor niets, gratis (vgl. voor tjomme in Jong. 236); louwloene, slechte zaken, tegenspoed (vgl. N. Taalgids X, 285); Teirl. Barg. 43; Voorzanger en Polak, 179; 185.

Ook in 't Hd. law (Kluge, Rotw. 351; 382; 402). maar eene nul in cyffer, il n'est qu'un o en chiffre, il n'a point d'autorité du tout, Harreb. 1,108. Ook hij is een nul vóór het cijfer (in Uitéén Pen, 8), een nul voor het decimaal (in De Arbeid, 14 Febr. 1914, p. 1 k. 1) of eenvoudig een nul (18de eeuw). Zie Ndl. Wdb. IX, 2210. In het fr. c'est un zêro en chiffre; hd. eine Null sein; eng. to be a mere cipher.

< >