(eig. José Aerts, geb. 1914) VI. dichter, schrijver en priester, was hoogleraar in de Nederlandse en algemene letterkunde te Leuven, tevens redactiesecretaris en hoofdredacteur van 'Dietsche Warande en Belfort'.
W. debuteerde met religieuze poëzie in de bundels Bovenzinnelijk verdriet 1938, Met zachte stem 1939 en Aards en hemels 1943.Daarna legde hij zich echter toe op het schrijven van literaire kritieken en studies. Enkele ervan zijn: Luister naar die stem 1942, Het schone geheim der poëzie 1946, De innerlijke Timmermans 1957, Musica humana 1973, De innerlijke wereld van G. Gezel ie 1977, Verwondering en rekenschap 1978, Taalkunst van G.
Gezel Ie 1978, De oude taaltovenaar G. Gezelle 1981 en Wie was Hendrik Conscience? 1983.