(geb.1928) Ned. filosoof en schrijver, promoveerde in 1956, werd leraar klassieke talen. V. levert bijdragen aan de dag- en weekbladen en schrijft diverse cultuurfilosofische boeken, waarin beschouwingen over symboliek - en later over taal - een grote rol spelen.
Hij wil zijn lezers tot nadenken aanzetten. Werk o.a. Het grote gebeuren 1966, Inleiding tot de verwondering 1967, Bijna niets 1970, Folteren om bestwil 1977, Herinneringen aan mijn moedertaal 1978, De schaduw van één haar 1979, De omweg van het woord 1981, Merg en been 1981, Weerloos denken 1982, De duivelsvraag 1983.