(geb. 1925) VI. schrijver en dichter.
Studeerde chemie, is werkzaam bij een uitgeverij. Schrijft op sobere wijze over vervreemding en de angsten die de huidige maatschappij veroorzaakt door haar toenemende technische mogelijkheden. Proza o.a. De muur 1958, Het gevaar 1960 (over atoomrisico's), De croton en andere verhalen 1962, De vijand 1962, Het huis der onbekenden 1963, Een mannetje uit Polen 1965, De coladrinkers 1968, De 10 minuten van Stanislao Olo 1969, De muggen 1973, Mannen 1975, Vrouwen 1978, De Engelse les 1980 en Sarah 1982, over een anorexia-nervosa-patiënte. Publiceerde voorts dichtbundels, zoals Speelse parade 1955, Zeng 1962, De glimlach van een vlinder 1969 en Met een bloem tussen mijn tenen. Gedichten 1955-1973 1973; toneel (De week van de kapiteins 1969. Waarom slaap je liefje 1972); kinderboeken en het humoristische Bent u ook zo'n Belg? 1972.
