(geb. 1935) VI. dichter en leraar, wiens poëzie een ontwikkeling doormaakte van barokke overdadigheid naar intellectualisme en rationaliteit; kenmerkend is het veelvuldig voorkomen van alliteraties en assonanties. Bundels o.a.
Ons bergt een cenotaaf 1961, Een bruggehoofd 1963, De astronaut 1969, Ten zuiden van 1972, De mens van Paracelsus 1977, Van het wolkje af 1980, Het heraldieke dier 1983. Daarnaast schreef H. felle polemieken. Zijn essay Omtrent Streuvels 1968 baarde veel opzien vanwege het feit dat deze wordt afgeschilderd als het slachtoffer van het klerikale katholicisme van zijn tijd.