(geb.1935) VI. schrijver en journalist, is adjunct-directeur van het Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond te Amsterdam en redacteur van de 'Vlaamse Gids'. Schreef aanvankelijk experimentele poëzie met een overvloedig gebruik van beelden, later onderging deze een versobering, zoals blijkt uit Het orakel van New York City 1969.
Angst en eenzaamheid zijn centrale thema's. Zijn proza maakte een soortgelijke ontwikkeling door. Ander werk: poëzie o.a. Rhapsody in blue 1958, De revolte der standbeelden 1960, Baudelaire verliefd 1963, Incunabel 1964, Sneeuwblindheid 1974, De droom van een robot 1976, Een gril van de natuur 1979, Marco Polo in Venetië 1979, De zeven werken van barmhartigheid 1980; proza: De centauren 1963, Kilian heeft de ogen geopend 1964 (absurd toneelstuk), De verbeelding 1966, Majakovski vliegt over het tand 1979. R. vertaalde Amerikaanse beatpoëzie en stelde verschillende bloemlezingen samen; daarnaast publiceert hij studies op het gebied van de schilderkunst. Beroepsgeheim 1975-'83 (4 dln.) bevat interviews met schrijvers.