(geb. 1937) Ned. dichter, schrijver en kunstschilder, afkomstig uit een schippersfamilie. Schreef aanvankelijk gedichten, die gebundeld werden in De poel en netheid.
Achttien jaar jeugd 1956, Nooit is een woord opgestaan 1963 en Verloren gezongen zomers 1966. Daarna ging P. over op het schrijven van sombere psychologische romans, die zich vaak afspelen in een schippersmilieu en waarin hij zich afzet tegen burgerlijke schijnheiligheid en bekrompenheid. Enkele hiervan zijn: Een koele hel 1967, Stop een tijger 1969, Leugens en krengen 1971, De nieuwe dode 1973, Dameshondje 1976, Ik beware al die vare 1981.