(eig. Lubertus Swaanswijk, geb. 1924) Ned. dichter en schilder.
Autodidact, sloot zich in 1948 aan bij de Vijftigers en was een der opvallendste vertegenwoordigers (bijgenaamd 'Keizer van de Vijftigers'). L. hanteert de taal met grote vrijheid, doorbreekt grammaticale wetten en kent veel waarde toe aan klankverbanden. Hij tekent de mens en zijn omgeving in ironisch-kritische verzen, stelt alles wat burgerlijk is aan de kaak. Bundels o.a. Triangel der jungle 1951 .Apocrief 1952, Van de afgrond en de luchtmens 1953, Alfabel 1955, Amulet 1957, Val voor vliegengod 1959, Gedichten 1948-'63 1965. Kreeg voor zijn poëzie de P.C. Hooftprijs 1967. In de jaren zestig en daarna kwam de nadruk te liggen op zijn schilderkunst, die sterk beïnvloed is door de Cobra-beweging, waarbij hij zijdelings betrokken was.In 1981 verscheen onverwacht de gedichtenbundel Oogsten in de Dwaaltuin, welke weer werd gevolgd door De moerasruiter uit het paradijs 1982.
