(geb. 1920) VI. romanschrijver en journalist. Was redactiesecretaris van 'Nieuw Vlaams Tijdschrift', werd daarna hoofdinspecteur der openbare bibliotheken.
Begon met door hemzelf als psycho-realistisch getypeerde romans - met een voorkeur voor historische onderwerpen - koos daarna voor het magisch-realisme, het grensgebied tussen realiteit en droom, met als bekendste roman De komst van Joachim Stiller 1960, Joachim Stiller en ik 1978 is een poging de invloed van zijn levensvisie op zijn werk weer te geven. In De zwanen van Stonehenge 1972 wordt het magisch-realisme beschreven. Andere romans o.a.: De ruiter op de wolken 1948, De belofte aan Rachel 1952, Terugkeer naar Atlantis 1953, De heks en de archeoloog 1967, De vingerafdrukken van Brahma 1972, Een geur van sandelhout 1976, Wijlen Sarah Silbermann (1980), Zeg maar Judith 1983. Essays o.a.: Kroniek van Madoc 1975, De neus van Cleopatra 1975.