Lexicon Nederlandse auteurs

Josien Moerman (1984)

Gepubliceerd op 11-05-2021

Komrij, gerrit

betekenis & definitie

(geb. 1944) Ned. dichter en essayist, studeerde literatuurwetenschap, medewerker van 'Vrij Nederland' en 'NRC-Handelsblad'. Debuteerde met Maagdenburgse bollen en andere gedichten 1968, waarin een grimmige humor en virtuoze rijmtechniek opvallen.

Uit zijn redactionele werk voor het tijdschrift 'Maatstaf' blijkt een romantische inslag. Hij is een bekwaam vertaler en scherp tv-criticus (voor 'NRC-Handelsblad'; zijn recensies zijn gebundeld in Horen, zien en zwijgen 1977). Overig werk o.a. Ik heb goddank twee goede longen 1971, Tutti-frutti 1972, Daar is het gat van de deur 1974 (kritieken verschenen in 'VN'), Dood aan de grutters en Papieren tijgers (beide 1978; essays). Het schip De Wanhoop. Gedichten 19641967 1979, Verwoest Arcadië 1980 (autobiografie), De os op de klokketoren en Gesloten circuit (beide 1982; gedichten). Het chemische huwelijk 1982 (toneel), Het boze oog 1983 (over architectuur) en Dit helse moeras 1983 (verzamelbundel van in de 'NRC' verschenen stukken). K. stelde tevens de bloemlezing De Nederlandse poëzie van de 19e en 20e eeuw in 1000 en enige gedichten 1979 samen.

< >